Vakantie Belgie Deel 2: Familie Daemen

Na 3 dagen met de familie Peeters, brachten we dinsdag tot donderdag met de familie Daemen door.

Helaas was het weer wel omgeslagen naar "Typisch Belgisch".

Omwille van de aanhoudende regen besloten we om een bezoek te brengen aan het VVV kantoor in 's Gravenvoeren om onze "regen alternatieven" te verkennen. We brachten enige tijd door met de interactieve tentoonstellingen in verband met de fauna en flora in de Voerstreek.

Aangezien wandelen echt geen optie was voor vandaag werd er gekozen voor de "Val-Dieu route" autotocht, die 80km lang was. De eerste bezienswaardigheid van de dag was het Kasteel van Beusdaal in Sippenaken.

Vervolgens passeerden we langsheen de achtzijdige neobyzantijnse parochiekerk Notre-Dame de l'Assomption in Blieberg (Plombieres), dat tot het Land van Herve behoort. Het kolenwagentje op het plein voor de kerk symboliseert de vroegere mijnindustrie.

De volgende stopplaats werd het bedevaartoord in Moresnet-Chapelle, met de Mariekapel en bijhorende kruisweg. Deze calvarieberg was zeer indrukwekkend aangezien ieder station een eigen karakter had omwille van de glasramen, mozaieken, marmer en smeedijzeren structuren. De gewelven en de muren van de grotten bestonden uit putsteen, terwijl de buitenzijde bekleed was met lavablokken.

De Saint-Georges kerk in Henri-Chapelle, een geklasseerd monument in gotische stijl uit 1630, stond vervolgens op het programma.

Alvorens Henri-Chapelle te verlaten, brachten we ook nog een bezoek aan het Amerikaanse militaire kerkhof. Dit oorlogsmonument is een begraafplaats voor meer dan 8000 soldaten en tevens een eerplaats voor 450 nooit terug gevonden soldaten. Zij sneuvelden tijdens de opmars van het 1ste Amerikaanse leger door het noorden van Frankrijk, Belgie, Nederland, Luxemburg en Duitsland en tijdens de "Slag om de Ardennen" in de winter van 1944-1945 op het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het kerkhof werd in september 1944 aangelegd door de 1ste infanteriedivisie van het 1ste Amerikaanse leger, en kreeg zijn huidige vorm in 1960.

De voorlaatste halte van de dag werd de Place de la Halle in Clermont met het stadhuis en de kerk Sint-Jacobus de Meerdere.

Omdat het reeds laat in de namiddag was, besloten we enkel nog de abdij van Val-Dieu in Aubel te bezoeken alvorens terug naar het huisje te keren. De abdij werd gesticht in 1216 door de Cistercienzers. Ook al was de abdij zelf gesloten, toch hadden we geluk en konden we nog even de basiliek in. In het bijhorende winkeltje kochten we tenslotte nog heerlijke kaas en Val-Dieu Triple.

We sloten de dag af met een gezellige avond in het huisje terwijl we genoten van bubbels, een heerlijke maaltijd, nog wat badminton en WK voetbal op TV.

Woensdag was het Anneleen's verjaardag. Helaas werkte het weer ook vandaag niet mee en besloten we om opnieuw een autotocht te doen. Vandaag kozen we voor de 80 kilometer lange "Limbourg route".

De Sint-Pieterskerk in Warsage (Weerst) werd de eerste bezienswaardigheid. Warsage is gelegen in het noorden van de Provincie Luik, vlak tegen het Land van Herve, en is deel van het graafschap Dalhem.

Vervolgens ging het richting Fort d'Aubin te Neufchateau, dat tijdens WOII deel uitmaakte van een versterkte verdedigingslinie ten oosten van Luik. Het bood in 1940 gedurende 12 dagen weerstand aan het invallende Duitse leger.

In Aubel maakten we ook nog enkele foto's van het fabriek van de echte luikse siroop en het vleesfabriek Detry.

Aangezien we vandaag Dirk bij hadden en hij in oorlogen geinteresseerd is, passeerden we nogmaals langs de Amerikaanse begraafplaats in Henri-Chapelle. Vandaag werden we daar getrakteerd op nog meer regen dan gisteren.

Nadien passeerden we ook nog langsheen Kasteel Ruyff in Welkenraedt.

De tweede autotrip van deze week bracht ons tenslotte in Dolhain-Limbourg. Dolhain, gelegen aan de rivier de Vesder, is het industriele en commerciele centrum van de stad dat we besloten snel achter ons te laten. Limbourg daarentegen is de voormalige vesting, gelegen hoog op een rots boven Dolhain. Dit middeleeuwse stadje, hoofdstad van het Hertogdom Limburg dat omstreeks het jaar 1000 werd gesticht, heeft de tijd prachtig doorstaan. De oude kerk, delen van de omwalling en de woonhuizen op Place Saint-Georges vormden een prachtig geheel, dat door het Waalse Gewest is erkend als uitzonderlijk cultureel erfgoed.

De avond werd ingezet met een souvenir van ons bezoek aan de abdij van Val-Dieu de vorige dag: Val-Dieu Triple.

Rond half 8 kwamen dan ook Bart en Nancy toe.

Aangezien het de donderdag droog zou blijven, lag de beslissing om te gaan wandelen meteen vast. Om niet dezelfde wandelingen van afgelopen weekend te moeten doen, besloten we eerst naar een deelgemeente van de Voeren, Remersdaal, te rijden en van daaruit het wandelnetwerk te volgen.

Onderweg kwamen we enkele gedenkplaatsen van de oorlog tegen.

Het bos waar we doorheen wandelden krioelde van de slakken. Het was dan ook niet verwonderlijk dat er net buiten het bos een slakkenkwekerij gelegen was.