maandag 31 augustus 2015

Overdonderd door het contrast tussen de verlaten stranden en het surfmekka

Dag 9 van onze Aussie trip begon met een stevig ontbijt en rit langsheen de talrijke suikerrietvelden in de buurt van Maclean.


Na een korte rit doorheen het dorpje Iluka reden we richting het Iluka Nature Reserve waar we naar het uitzichtpunt boven het strand wandelden. Aangezien we de afgelopen dagen al prachtige stranden hadden gezien, was dit niet bepaald een hoogtepunt. Maar gelukkig was de rit doorheen het Reserve, het grootst bewaard gebleven tropisch woud in New South Wales, wel beter.



Toen we de parking van de Pat Morton Lookout in Lennox Head opreden, werd het duidelijk dat we in surfers territory terecht waren gekomen. Volgens een van onze reisgidsen was dit het “mekka voor de surfers” en volgens een andere gids is Lennox Head een van de top 10 surfspots ter wereld.


Nadat we de surfkunsten van de locals enige tijd hadden aanschouwd, wandelden we nog even naar het eigenlijke uitkijkpunt over de baai alvorens richting Lake Ainsworth te gaan. De rode waterkleur van dit meer is afkomstig van de theebomen die rondom het meer staan. We hadden gepland om op dit meer te gaan SUP-en (stand-up paddleboarden) maar aangezien het “winter” was, konden we geen boards huren.



Dan maar op naar Byron Bay dachten we. We parkeerden ons vlakbij Captain Cook Overlook en daalden af richting het strand vanwaar we koers zetten naar The Pass. Vanop het uitkijkplatform bewonderden we het strand en de talrijke surfers in het water. Byron Bay staat bekend als een stadje waar er vele rijken wonen maar waar er ook zeer grote aantallen werkeloze jongeren vertoeven die hun dagen vullen met kuieren op het strand en surfen. Geen wonder dat Byron Bay beschouwd wordt als een van de meest relaxte vakantiebestemmingen van Australie.




Vervolgens begonnen we aan de 3.7 kilometer lange wandeling doorheen de Cape Byron Conservation Area. Kort nadat we een eerste glimp opvingen van de vuurtoren zagen we ook opnieuw activiteit in het water. Het bleken enkele dolfijnen te zijn die vlak voor de kust aan het spelen waren in de golven.



Het opgewekte gevoel dat we hadden na het aanschouwen van de dolfijnen sloeg snel om toen we even later bijna op een slang trapten. We weten niet of het een giftig exemplaar was maar onze hartslag sloeg wel een paar slagen over.


Nog gans opgewarmd door onze slangenontmoeting arriveerden we bij het meest oostelijke punt van Australie. Buiten een korte fotoshoot en een gesprek met een Hawaiiaan hielden we het hier snel voor bekeken.



De vuurtoren van Byron Bay werd de volgende halte van onze wandeling. Dit lichtbaken werd gebouwd in 1901 en was vanaf 1956 de meest krachtige vuurtoren van Australie. Voor ons was dit een uitgelezen plaats om te genieten van een heerlijke lunch.




Wat restte was een 1,5 kilometer lange terugwandeling tot aan de camper. Daar aangekomen ging het richting onze slaapplaats in Pottsville.

Afgelegde weg: 217 km

Geen opmerkingen:

Een reactie posten