Toen dag 11
van onze reis begon, wisten we nog niet waar we ’s avonds zouden overnachten:
ofwel Wanaka ofwel Te Anau. Maar dat was nu net het voordeel van rondrijden met
een camper en niet vasthangen aan van te voren geboekte hotels.
We begonnen
’s morgens in het
DOC (Department of Conservation) visitor center van Haast
waar we naast de aankoop van een lotion tegen de zandvliegen (remember
gisterenavond) ook nog tijd vrijmaakten om even langsheen de tentoonstelling te
wandelen. En omdat we tot nu toe nog geen pinguins hadden gezien, zorgden we
dat we ten minste toch al 1 foto met hen hadden voor het geval we er geen meer
zouden tegenkomen.
Daarna ging
het richting de Haast Pass via dewelke we de doorsteek door het
Mt Aspiring National Park (gelegen in de Southern
Alps) maakten. Gedurende deze doorsteek hielden we halt om foto’s te maken
van de besneeuwde toppen van Mt Hooker, de Thunder en Fantail Falls en de Blue
Pools. De helblauwe kleur van deze pools is het resultaat van de lichtbreking op het helder
ijskoude smeltwater.
Eenmaal de
pas door kwamen we vrij snel aan Lake Wanaka waar we onze lunchpauze inlasten
aan de oever van het meer bij Boundary Creek. Spijtig genoeg dachten de
talrijk aanwezige hommels hier anders over, en moesten we het merendeel van de lunch
in de camper eten.
In de
namiddag ging de route verder via Lake Wanaka en Lake Hawea met een stop bij de
lookouts van beide meren.
Bij het
aanschouwen van Lake Hawea vonden we het tijd om nog even zalig te ontspannen
op het totaal verlaten steenstrand. In het begin brachten we de tijd door met
schuifelen en zonnen en enige tijd later kregen we het lumineuze idee om even
te gaan zwemmen in het felblauwe meer. Van echt lange tijd zwemmen kwam er niet
veel in huis omwille van de nogal lage watertemperatuur. Volledig afgekoeld en
herbrond kwamen we iets later terug aan wal.
Nadien
passeerden we nog in Wanaka waar we bij de lokale supermarkt onze inkopen
deden. Verder hielden we er ons niet langer op zodat we aan de
Crown Range Road
richting Queenstown konden beginnen. Deze weg is een goed alternatief van de highway en is bovendien de
hoogst geasfalteerde weg van Nieuw-Zeeland. We stopten ook nog
even bij het
Cardrona Hotel dat langsheen deze pasweg gelegen is.
Toen we het
hoogste punt van de doorsteekweg bereikten en we een grandioos uitzicht hadden
op Lake Hayes en Queenstown, besloten we om een nachtje freedom
camping te doen op de parking van het uitzichtspunt. We parkeerden de
campervan dan ook meteen zo dat we de volgende morgen maar enkel de gordijnen
hoefden open te doen om te genieten van een grandioze zonsopgang (ale dat
hoopten we toch).
De rest van
de avond werd een waar genieten van een schitterende zonsondergang.
Toen het
eenmaal donker was geworden en we gegeten hadden, lazen we nog wat alvorens we
onder de wol kropen. Maar al snel bleek dat we toch niet aan een stuk door
zouden kunnen slapen. Queenstown staat namelijk bekend als de stad van de
adrenaline-zoekers en blijkbaar organiseren ze er ’s nachts ook mountainbike
tochten waarbij men vanuit Queenstown naar boven op de parking (waar wij
stonden) rijdt alvorens tegen hoge snelheid terug naar de stad af te dalen.
Zowel omstreeks 23:00, 00:30 en 4:00 uur zoefden de waaghalzen onze camper voorbij maar gelukkig vielen we telkens even later terug in slaap.
Afgelegde
afstand: 205 km
Geen opmerkingen:
Een reactie posten