donderdag 14 maart 2013

Dag 12: De kunst van het goudzoeken

Door de fraaie zonsopgang vergaten we al snel onze “iets mindere” nachtrust ten gevolge van de mountainbikers en vooral de jeukende zandvliegbeten. Ook de positie van de campervan was perfect: gordijnen open, venster openschuiven en volle bak genieten van de ontwakenende vallei. Wat kan het leven schoon zijn.



De aankomst van de eerste toeristen op de parking was voor ons het teken om ook stilaan onze biezen te pakken en richting Queenstown af te dalen. Voordat we de stad bereikten, vonden we dat het tijd werd om ons aan een adrenaline kick te wagen en daarom bogen we eerst af richting Kawarau Bridge. Dit is de brug waar de Nieuw-Zeelander Hacket als eerste ter wereld een commercieel bungee-plaats opende. Nadat we alle formaliteiten hadden afgehandeld, wandelden we met knikkende knieen richting het midden van de Kawarau brug vanwaar we ons even later een 40-tal meter naar beneden storten. Absoluut een moment om nooit te vergeten.


Dachten jullie nu echt dat we ons zouden wagen aan een bungeesprong??? Neen hoor, maar wel alle respect voor de waaghalzen die dat wel doen.

Bij het passeren van het centrum van Queenstown kregen we een zeer hoog apres-ski gevoel: talrijke winkeltjes, terrassen en massa’s volk. Na even de sfeer te hebben opgesnoven, zetten we koers richting Arrowtown. In deze stad woedde de goudkoorts hevig en na even door Buckingham Street te hebben gekuierd, vonden we het tijd om ook ons geluk te gaan zoeken. We huurden een goudpan in het visitor center en stapten vol goede moed en een instructieblad richting de rivier.




Enkele uren later zonder goud in de pan en talrijke zandvliegbeten rijker, besloten we dat het vinden van een goud nugget niet voor vandaag zou zijn. Maar we hadden ons wel kostelijk geamuseerd. Voordat we de rivier achter ons lieten, spraken we nog even met enkele locals die het goudpannen iets professioneler aanpakten. Zij lieten ons de vangst van de dag zien en ook al was het geen grote hoeveelheid goud, toch was het blinken van de kleine goudflakes in hun flessen een zaligheid om naar te kijken.





De Chinese settlement was de laatste halte in het goudvindersstadje. Tussen 1860 en 1880 leefden hier een aantal Chinese goudzoekers, die hun vaderland verlieten met de kennis dat Amerika de “Gold Hills” en dat Austalie en Nieuw-Zeeland de “New Gold Hills” waren. Volgens de infoborden was het de droom van de meesten om 5 jaar extreem hard te werken in de goudindustrie zodat ze nadien naar China konden terugkeren om daar een kleine boerderij op te starten. Maar helaas was de realiteit vaak anders en stierf 1 op 7 van de Chinese goudzoekers in Nieuw-Zeeland. Volgende foto’s tonen de nogal primitieve woningen in de Chinese Settlement.




Ondertussen begonnen ook de beten van de zandvliegen extreem te jeuken en moesten we op de weg van Arrowtown naar Te Anau in een supermarkt stoppen voor een anti-jeukzalf. Terug in de camper begonnen we als 2 uitzinnigen met het ruimschoots aanbrengen van de zalf.


In Garston, dat bekend staat als het meest in het binnenland gelegen dorp, maakten we nog even een foto van de fameuze wegwijzer en vervolgens ging het in een ruk door naar Te Anau.


Afgelegde afstand: 240 km

Geen opmerkingen:

Een reactie posten